OSTEOPATHIE VOOR PAARDEN
Paarden
Osteopathie is geschikt voor alle soorten paarden en pony’s, van recreatiepaard tot sportpaard.
In alle disciplines kan osteopathie helpen verder te komen in de sport.
Dus niet alleen in de dressuur-en springsport, maar ook in de western-, endurance- en mensport.
Preventie
Een osteopatisch consult kan ook preventief zeer nuttig zijn. Er kunnen ten allen tijden blokkades ontstaan, bijvoorbeeld door vallen, vast liggen, langdurige stress etc. Deze blokkades worden lang niet altijd opgemerkt, maar kunnen natuurlijk gemakkelijk weer klachten gaan opleveren. Het is verstandig om paarden twee keer per jaar preventief na te laten kijken en eventueel te behandelen.
Behandeling
De behandeling begint met een onderzoek van het hele dier. Wanneer er in het onderzoek problemen/blokkades worden gevonden, wordt het paard behandeld. De osteopaat maakt hierbij uitsluitend gebruik van manuele (met de handen uitgevoerde) technieken, er worden geen hamers gebruikt. De behandeling duurt gemiddeld 45-60 minuten en wordt door de meeste dieren als prettig ervaren.
Na de behandeling
Na de behandeling kunnen paarden last hebben van spierpijn, of wat coördinatie problemen hebben en hun balans even kwijt zijn. Daarom het het goed om zeker de eerste week het paard wat meer te ontzien en niet te berijden. Daarna weer rustig gaan berijden en in het begin veel voorwaarts en neerwaarts, Zodat de rugspieren goed kun ontspannen en verlengen. Een behandeling kan 4 tot 6 weken doorwerken. Bij sommige paarden kan het effect van een behandeling direct worden waargenomen, in andere gevallen kan dit langer duren. Ook na ruim een maand kan een paard nog soepeler en fitter worden.
Klachten waarbij osteopathie zinvol is:
In de omgang :
- Gevoelig bij borstelen (rug wegdrukken, aanraking vermijden)
- Reacties bij opzadelen, halster en/of hoofdstel omdoen, aansingelen, opstappen
- Lastig bij de hoefsmid of bij de tandarts
- Slechte conditie
Tijdens het rijden :
- Problemen met buigen, een moeilijke kant
- Rug wegdrukken
- Moeilijk te rijden
- Moeite met verzamelen, verminderd ondertreden van de achterhand
- Minder ver kunnen strekken voorbeen
- Moeilijk aangalopperen
- Wegrennen na de sprong
- Staken, bokken, steigeren (verzet)
- Onregelmatigheid
Andere problemen:
- Bij problemen met hengstig worden of drachtig worden
- Bij merries die moeilijk hanteerbaar zijn tijdens de hengstigheid
- Bij regelmatig terugkerende koliek
- Bij een aantal gedragsproblemen, met name indien veroorzaakt door pijn of onvermogen bepaalde bewegingen/oefeningen uit te voeren
- Luchtwegproblemen
- Na het gebruik van een slecht passend zadel.